Er was eens (Ergens Elders)

Bladzijde 28 ontpopte zich net voor de ultieme deadline tot een los eindje. We wisten niet meer welke kromme-weg* door den lusthof te kiezen en vaarden ons vast. Onzen draed raakte stilaan overspannen en bleek veel te kort om onze verze vruchten* (over Er, Ergens, Elders en Elkaar) nog verder te laten groeien en rijpen. 

Ergens geeft dit Waartoublad net niet genoeg ruimte. Elders is Er te weinig tijd om 't uitgepiept* raadsel dat we dolgraag onder verstrooide woorden* willen brengen, verder te ontwikkelen en hier al te delen. We moeten reeds vooruit blikken naar een nieuw avontuur*, naar een nieuwe vrijhaven om te maken en te vinden. 

'Er' klinkt inmiddels als stof voor een ingewikkeld kluwen: iets met jongleurs en drachtige sirenen, verre vogels en lege vleugels; Occitaanse midons en spreekwoordelijk Latijn: Ars Longa! Als een scenario met klaagmuurs* over 't getob der muizenissen en 't gepiep van rookmelders. Maar alweer wijken we te ver af en dus schorten we 't werk aan dit blad hier als een goede geest op met een voorbarig sluitstuk en voorlopig einde. Met een staart.

     [...]

     Ook al groeit Ergens 'n meerminstaart
     of plakt de confituur ni' op ons brood,
     Er blinkt altijd nog die kers op de taart:
     Er is weer leven na de dood.[1]

 

Tekst: eerder verschenen in Blauwblad No. 03, juni 2021 (p. 28).

Voetnootje:
[1] Plato (c. 360 vC): Het verhaal van Er. Uit: Politeia (Staat). 


Drie zwarte schapen

't Verze vruchtensap* droop
uit de schoot van Ananke.[1]

Haar staart kwispelde blij de grot,
wellustig in en uit wasemend
en met schrapende tong
deed ze de spinrok kraaien*.

Haar schapenogen flikkerden,
verguld door 'n hemels genot.
Bij 't zwaard van Theseus![2]
Ze kwam bijna klaar, begot!

En uit die woordenbrei*
verscheen plots de eerste telg,
met de lariekoek kwam een tweede lam
en met 'n knip werd de derde worp
verlost van de snavelstreng*.

Den draed kwijt en uitgemolken
vroeg Ananke aan Ariadne[3] hem
weer om den doolhof te spinnen.

Jeugdige schikgodinnen zijn altijd de klos:
zo verliep de geboorte van Lachesis,
Klotho en Atropos.[4]

Tekst: eerder verschenen in Blauwblad No. 03, juni 2021 (p. 30-31).

Voetnootjes:
[1 en 4] Ananke: personificatie van noodzaak/onvermijdelijkheid. Symbool is de knoop; attribuut is de spinrok (stok om wol of vlas te spinnen, ook 'toverstaf'). De schikgodinnen (Moirai) die haar bijstaan zijn Klotho (spint den draed), Lachesis (meet den draed) en Atropos (knipt den draed door).
[2 en 3] Ariadne: Griekse godin van de passie, gaf de held Theseus een zwaard en een kluwen wol om hem te helpen ontsnappen uit het labyrint. 'Den draed van Ariadne' is een 'leidraad': "hetzelfde woord gebruiken we voor een handboek dat ons langs de kronkelende paden van een tak van wetenschap naar het juiste einde voert." (Wikipedia)


Vakantiewit

De kleur vakantiewit helpt om onze geest binnenstebuiten te laten glijden en dus hielp het-staren-in-de-leegte-van-het-vakantiewit ook Blauwe Wolk om zich zo bont als een cirkel* te concentreren. Om zijn pijlen zowel hoog als laag te richten; het momentum te overstijgen. Om te geloven in de bereikbaarheid van lyrische atmosferen. Gevrijwaard van scherpe pieken en drassige dalen. 

Vakantiewit heeft meer stijl dan kleur. Het is een zelfstandig én bijvoeglijk naamwoord dat ons helpt om ladders te beklimmen op te stijgen en veilig weer te landen. Om door ramen te kruipen, wallen te slopen, van de hak op de tak rivieren af te varen en aldus te herbronnen. Het is een kleurconcept dat omschrijft hoe je iets of iemand in een recreatief licht kan doen baden.

De kleuren die mooi dialogeren met vakantiewit zijn vast blauw en verbleekt oranje. Smaragdgroen, hoppescheut en - zoals Heerr Grrimminck het stelt: donkerrhout

     Dit huis ademde 
     - traag maar gestaag -
     aarding in de geest, 
     stilte blij de grot,
     wortels aan de einder.

     #Aanknopingspunten 
     sloegen 't stof uit onze veren
     als betoverde bezemstrelen*; 
     joegen 't lof door onze snavel:
     drink-, vrucht- en dankbaar 
     bruisend vakantiewit.

Tekst: eerder verschenen in Blauwblad No. 03, juni 2021 (p. 34).


Tuinhuis van de Dichter

Om de wereld van de blauwe uil te verlaten, volstaat het om langs de voordeur het vakantiewit weer te betreden, 12 tot 13 passen rechtdoor te gaan en met de achterdeur (met omgekeerd slot) het portaal weer af te sluiten. Zo stranden we meteen bij het Tuinhuis van de Dichter. De kust is veilig: de valse reiger Narcissus valt nergens te bespeuren.

Het tuinhuis wordt hier de 'garage’ genoemd maar het kreeg een andere functie toegedicht. Er staan bezemstrelen* en er blinkt een stalen ros. Plaats voor een vierwielig voertuig is er niet. Een dichtgeplooide pingpongtafel verlangt er naar de zomer. Naar een ruimere bubbel en het amusement van speelvogels die een vakantiewitte bal heen en weer kaatsen. De tafel is niet alleen, we delen haar verlangen.

Het tuinhuis heeft een gebarsten schoorsteen en dus ook een oude toren. De nacht blijft er gevallen en hangt als een sluier met naald en draad vastgespeld achter het raam. De waterpomp is bijna uitgeteld. Ze krikt wellicht bitterzoet op, dat naar ons hart vervoert. De zijdeur draagt vier pijlen - gericht op een doel met vijf verheven schijven. Als we te laag mikken, belanden onze projectielen in de brievenbus die wordt aangeduid met het woord ‘Lettres’. Blauwe Wolk droomt al van Briefjes aan de tuinman? Aan Jowan?

 

Tekst en stempels: eerder verschenen in Blauwblad No. 03/Waartoublad, juni 2021 (p. 35).


De Schone Schijnwerper

In deze editie richten we onze Schone Schijnwerper op kunstenaar Johan van Geluwe die in januari 2020 overleed. In de jaren zeventig, toen er nog geen Poëziezomers bestonden, fotografeerde Van Geluwe zijn Hofjes van Eden: een ecclectische inventaris van volkskunstuitspattingen en voortuintekens der 'spontane creativiteit'. Op 31 december 1983 verklaarde hij 'de wereld' tot een imaginair instituut: het W.A.M. (World Architecture Museum). Van Geluwe effende ook het smalle pad der stempelwegen en wou o.a. via zijn mail-artprojecten kunst stichterbij* de mensen brengen: "ART IS EVERYWHERE".[1]

Blauwhaus tracht via dit Waartoublad en enkele spontane interventies in de publieke ruimte van Waartou de artistieke erfenis van van Geluwe te actualiseren. We lieten ons inspireren door zijn stempels en grafisch werk, zijn conceptuele statements, zijn humor en uitingen van kritiek. Het werk van van Geluwe loopt als een wollen draed van Ariadne door dit doolhof en liet deze zomer verse stempelsporen achter op onbesproken plaatsen in ons eigen W.I.M. (Waartou Imaginair Museum). 

De werking van het Blauwhaus wordt ondersteund door het denkkader van de zogeheten HekkenKruisfilosofie[2]: een reeks conceptuele sleutels of hashtags met richtlijnen en aanknopingspunten om rond samen te werken. Eén van die sleutels is #FieldWork en wijst naar een kunstpraktijk die gericht is op het verkennen van een eerder ruraal of semi-pastoraal landschap. Om het recreatiefpotentieel van een omgeving en/of context via prospectie en 'veldwerk' af te tasten door er een poos te verblijven en ter plaatse te gaan. Door de sfeer op te snuiven en onder de bewolking* te zijn. 

Tijdens ons voorbereidend fieldwork, fotografeerden we ergens[3] een blauwe tractor die helemaal niet zou misstaan in de verzameling Hofjes van Eden van van Geluwe. Misschien is 't model schatplichtig aan Thomas de Stoomlocomotief[4] maar hij is toch een krommetje*waard. Wij besloten om hem Jowan te noemen en om te toveren tot een stempel, cause afterall: "READY-MADES BELONG TO EVERYBODY".

 

Tekst: eerder verschenen in Blauwblad No. 03, juni 2021 (p. 36-37).

Voetnootjes:
[1] Zie Johan van Geluwe (Gent/Amsterdam: Ludion, 2004); "Dit Blauwblad werd opgedragen aan Watou en de 'World Stamp Champion' Johan van Geluwe (1929-2020)."
[2] Zie Wauman, Wim (2019): GetijdenBoek/Book of Tides, p. 55, 56-59, 70-71 (ISBN: 9789490521493).
[3] Loviestraat 3, Poperinge (50°52'14.8"N 2°41'22.1"E)
[4] Thomas & Friends (Britse televisieserie).


#AirCrafts

Moe maar door daad en stuur aangeroerd*, staarden we de laatste avond tegemoet. Onze ogen leeggezogen, de blauwe veren (bijna) leeggepend, waren we weer bij 't begin geland: naast de nieuwe begraafplaats (waar de Cleyne Waartour op 1 maart vertrok). De gevleugelde zandloper heeft zijn zin gekregen. Ananke haar groot gelijk. Maar we zijn nog niet afgeschreven, nog niet uitverteld. 

Op de vijfde en laatste dag vonden we in de achtertuin van de Stichter een plastic boemerang: verbleekt oranje. Waarschijnlijk lag hij daar al de hele tijd maar wij waren nog niet voorbij het Tuinhuis van de Dichter verzeild. Heeft Iets of Iemand hem vanaf de begraafplaats gelanceerd? Is het projectiel nimmer weergekeerd? Over de haag geland - in onze handen aangestrand?

Misschien heeft het werptuig onderweg wel een luchtschip, of een gevoelige snavel geraakt? Of de pitcher beheerste de #AirCrafts nog onvoldoende. Toch zou het geesteloos zijn om de gemiste doeltreffendheid van de worp in de schoenen van Eenander te schuiven. Misschien trof de boemerang via een kromme-weg* uiteindelijk toch haar doel?

Het verloren artefact stemde ons tot nadenken. Het hielp ons om het rijk der verbeelding te betreden, om over het potentieel van Waartou te reflecteren, onze spielerei te cultiveren en met een boekje vol verze vruchten* weer te keren. Als goe geeèst'n die met ons Waartoublad en een verwelkoming in de hand langs uw brievenbus passeerden. 

Blauwhaus wil deze zomer graag nog een weldadige Acte de présence initiëren om elkaar zo goed als spontaan te ontmoeten op de Luchtschepen voor de Plaatselijke Bewolking[1]. Wanneer u ons in Waartou ziet landen (in het Brennegras of Helleketelmoeras?), aarzel dan niet om even boenk op - of compleet naast - onze luchtschepen te komen zitten. Haal en breng iets mee om te eten, te drinken en te delen; sluit je aan om 't zonlicht in onze kraag te vangen en samen te proosten op Eenieders geluk. 

 

Tekst en afbeelding: eerder verschenen in Blauwblad No. 03, juni 2021 (p. 36-37). Madeleine Wermenbol en Wim Wauman en Isabel Bouttens voor Blauwhaus: Luchtschepen voor de Plaatselijke Bewolking, 2021

Voetnootjes:
[1] Zie Blauwblad No. 02, PL #12.


Opkrikkertje

Er gerst* ons in Waartou enkel
nog 'n getikt moment te vinden,
om spraakwater op te krikken,
onze #AirCrafts op te laden, 
d'hoge gisting op te winden,
een schol aan de haak te slaan.

We troffen er geen graten in 
onze pijlen hoog en laag te richten
- de zon in onze kraag vangend -
hier even 't roer af te staan,
't anker uit te tossen,
tussen Er en Elkaar, 
Ergens en Elders.

We slikken om aan wal te raken,
voet bij 't #ProefStuk te houden,
en eigenaarden* ons weldra veder* 
bij d'oude torens, 't vakwerkhuis, 
'n groene weide of op 't Brennegras
met 'n mond vol verze vruchten* 
om vingers en hiele af te likken:
voortaan niet onbemind
bruisend vakantiewit.

 

Tekst en stempel: eerder verschenen in Blauwblad No. 03, juni 2021 (p.41)


Making is Connecting

Blauwhaus is geen collectieve onderneming maar bij een aanzienlijk deel van de activiteiten en projecten die ('artistiek directeur') Wim Wauman namens Blauwhaus initieert worden andere artiesten betrokken. Blauwhaus werkt regelmatig samen met een beperkte kring bevriende kunstenaars en makers waaronder Kelly Schacht, Warre Mulder, Madeleine Wermenbol, Ilse Van Roy en Pieter Léon Vermeersch en een uitbreidbaar gelegenheidscollectief of #Dreamteam. Soms beperkt de samenwerking zich tot het presenteren van bestaand werk in de vooropgestelde context van een specifiek Blauwhausproject maar vaak wordt 'samen' met de gastkunstenaars ook nieuw werk gerealiseerd. Hieronder bieden we een overzicht van de gasten en kunstenaars die Wim heeft uitgenodigd of waarmee we hebben samengewerkt sinds het WORK FLOW tentoonstellingsproject (2018) waaruit Blauwhaus is ontstaan.

 

2021: De Schone Schijnwerper (in Blauwblad)
Warre Mulder, (Stichting) Johan van Geluwe, Evelien Hiele

2021: Creamteam for POTLUCK
Baldvin Einarsson, Bibi Diabokua, Eva Verbruggen, Ilse Van Roy, Isabel Bouttens, Jana Arns, Kelly Schacht, Madeleine Wermenbol, Martine Coppens, Melvin Vanderstylen, Pieter Léon Vermeersch, Robbert&Frank Frank&Robbert, Sarah Corynen, Stefanie François, Warre Mulder.

2021: De Tuin van Gistern* en Morgen, Sint-Martinuskerk, Aalst
Isabel Bouttens, Madeleine Wermenbol.

2020: Floating just above, Passages festival, Sint-Niklaas
Isabel Bouttens, Michael Harrisson (composer, NYC), Pieter Stas, Vincent Werbrouck.

2020: De Keuze van Blauwe Wolk
(i.c.w. students of the art academy of Waasmunster) Anneke D'Hollander, Bea Hageman, Bram De Schepper (LG), Denise Nieuwejaers, François De Geest, Josse Neirinck & Cammie Stuerbout (MG), Laure Delmeire, Magy Michiels, Nathan Verstraete, Nick Lanckman (MG), Pheadra Van Genabet, Quinten Luyten (MG), Sarah Corynen, Vera Stilten, Wim Penning,…

2019: Blauwhaus: A Play with Arts and Crafts
(Residents) Adam Galach, Alice McCabe, Chantal van Rijt, Evy Bosman, Hadewych Becuwe, Hilde Borgermans, Ilse Van Roy, Isabel Bouttens, Kelly Schacht, Leen Huet, Lander Cardon, Madeleine Wermenbol, Veerle Verschooren, Warre Mulder.
(Guest artists / makers / performers) Ben Kockelkoren, Elke Hoste, Liesbeth Stas, Lieven Segers, Maria Degrève, Melvin Vanderstylen, Nelle De Maeyer & Alain Rinckhout, Paul Demets, Paul D'Haese, Pieter Stas, Pieter Léon Vermeersch, Robbert&Frank Frank&Robbert, Sophie Whetton.
(Seminar guests) Arjen Mulder, Prof. Dr. Arthur Cools, Prof. Dr. Caroline Voet, Dr. Guy Bovyn, Johan Steyaert, Prof. Dr. Lara Schrijver, Leen Huet, Wilfried Huet.
(Assistance) Kaat Somers, Sarah Corynen.
(Partners & support) Academy for Visual Arts Waasmunster, Royal Academy for Fine Arts Antwerp, ARIA (Antwerp University), Milo-Profi Kontich.

(prelude)
2018: WORK FLOW A Play with Arts Apes and Crafts
(Exhibited artists/works by) Philip Aguirre, Richard Artschwager, Virginie Bailly, John Baldessari, Evy Bosman, Edward Burtynsky, Paul Casaer, Sarah Corynen, Anton Cotteleer, Joachim Coucke, D.D. Trans, Rik De Boe, Goele De Bruyn, Babs Decruyenaere, Luc Deleu, Wim Delvoye, Peter De Meyer, Stefaan Dheedene, Filip Dujardin, Nick Ervinck, Christophe Floré, Jerry Galle, Alexis Gautier, Paul Gees, Geert Goiris, Ane Hjort Guttu, Quinten Ingelaere, Athar Jaber, Conny Kuilboer, atelier lachaert dhanis, Almudena Lobera, Charlotte Lybeer, Thomas Min, Sofie Muller, Michael Petry, Kelly Schacht, Roeland Tweelinckx, Maarten Vanden Eynde, Antoine Vandewoude, Eric van Hove, Egon Van Herreweghe, Kristof Van Heeschvelde, Herman Van Ingelgem, Ilse Van Roy, Jan Vercruysse, Benjamin Verdonck, Stephen Verstraete, Wim Wauman, Wellness Centre 'Future Proof' and Dirk Zoete.
(Seminar guests) Dr. Bert Schepers, Dr. Eric van Hove, Dr. Michael Petry (London).
(Partners & support) Cultuurcentrum Sint-Niklaas, Royal Academy for Fine Arts Antwerp, ARIA (Antwerp University).


'Furentem quid delubra iuvant?'

Terwijl de aap rechtop, als met mensen schreden,
Heel deftig op de maat van ’t spel vooruit zou treden
Zodra Eenieder wat noten werpt in den hoop
De aap die dat ziet, haast zich vlug op de loop
En of het de meester speet, en hem heeft verdroten
De sim verlaat de dans, en grabbelt naar de noten
Wat baat het als men schoon 't volk wil brengen tot eer
De aap blijft een aap en gaat zijn oude keer.

Tekst en afbeelding:
Jacob Cats: Furentem quid delubra iuvant?
Zinnebeeld uit 'Sinne- en Minnebeelden', 1627 (XXXXII)

Voetnootje:
Jacob Cats (1627): Sinne- en Minnebeelden. Vrije vertaling van een fragment uit de tekst bij emblema 'Furentem quid delubra iuvant?'. De letterlijk vertaling van deze Latijnse spreuk brengt weinig helderheid. De tekst en de prent duidt min of meer op het principe dat "een aap/mens zijn (impulsieve) streken en kuren (weer) naar boven komen zodra hij in de verleiding wordt gebracht." Knipoog naar het tentoonstellingsproject en de publicatie WORK FLOW - A Play with Arts, Apes and Crafts. Dit was een van de drie #MadCats emblemata waar we de mosterd haalden voor het 'Potluck Kunstenfestival' ten Blauwenhuize (mei 2021: Sint-Niklaas).

*Eerder verschenen in Blauwblad No. 02, mei 2021.


'Krepel wil altijt voor dansen'

Lestmaal kwam ik in een veld,
Waar Eenieder was gesteld
Tot een uitgelaten vreugd
Naar de wijze van de jeugd;
Jonge lieden van het land
Zongen, sprongen hand aan hand:
Ieder maakte groot geschal,
Ieder was er even mal.

Doch van allen was er een,
Met een krom en krepel been,
Met een plompe, stompe voet,
Die had veren op de hoed
Die was voren aan de dans,
Die was bij de rozenkrans*:
Die was om en aan de mei*,
Die was leider van de rij;
Wat men peep*, of wat men zong,
Krepel had de eerste sprong.

Tekst en afbeelding:
Jacob Cats: Krepel wil altijd voor dansen'
Zinnebeeld uit 'Spiegel van den Ouden ende Nieuwen Tijdt', 1632 (deel III: XXIII)

Voetnootjes:
Jacob Cats (1632): Spiegel van den Ouden ende Nieuwen Tijdt. (Amsterdam: Facsimile Uitgaven Nederland N.V., 1968). Vrije vertaling van een tekstfragment bij emblema 'Krepel wil altijt voor dansen.' Wat min of meer betekent: "iemand met weinig kennis van zaken, wil vaak het hoogste woord voeren." De 'kreupele' omvat een zelf-relativerende knipoog naar de onfortuinlijke val van Blauwe Wolk op de vooravond van de apotheose tijdens het eerste Blauwhausavontuur in Waasmunster. Dit beeld was een van de drie emblemata die voor de mosterd zorgden voor het 'Potluck Kunstenfestival' ten Blauwenhuize (mei 2021, Sint-Niklaas).

#MadCats legende:
*Eenieder ~ vrije vertaling van 'yemant' (iemand); Blauwhauspersonage.
*rozenkrans ~ prijs voor de beste danser.
*mei, meiboom ~ het middelpunt van volksvermaak. Het planten van een meiboom (ook wel meij of mei) is een oud gebruik dat nog altijd voorkomt in grote delen van Europa. In Waasmunster, waar het eerste Blauwhaus avontuur zich afspeelde, wordt jaarlijks een meiboom rechtgezet op 1 mei. Het ritueel planten van de meiboom gaat vaak gepaard met feestelijkheden en uitingen van liefde voor de gemeente waarin men woont. Blauwe Wolk beschouwt de volkse traditie eerder als een vruchtbaarheidsrite en koppelde het motief van de meiboom aan de visserskoning en aan T.S. Eliot's episch gedicht The Waste Land[30].
*peep (<pijpen) ~ blazen (op een muziekinstrument als pijp of fluit).
*Krepel ~ de kreupele (met 'Hoge Hoed met Pluimen en Streken'?).

Eerder verschenen in Blauwblad No. 02, mei 2021: p. 2-3; 47.