OPEN CALL

Blauwhaus, Rupelmonde:
wonderzoekscentrum* en kunstenaarsresidentie.
De komende maanden zal de fotogenieke getijdenmolen in Rupelmonde actief gebruikt worden als ontmoetingscentrum en laboratorium voor participatieve projecten en artistieke co-creaties. Samen met Isabel Bouttens en enkele bevriende (Blauwhaus) kunstenaars tracht Wim Wauman er de zestiende eeuwse cartograaf Gerard Mercator (°Rupelmonde, 1512) te herinterpreteren als narratief personage met de molen en graventoren aan de Scheldeoevers als proeftuin, context en decor.
Daarnaast tracht Wim er een netwerk van 'culturele spelers' te verbinden om een (lokaal) draagvlak te creëren voor een artistiek getinte herbestemming van de getijdenmolen als 'wonderzoekscentrum voor kunst, vakmanschap, educatie, erfgoed en wetenschap' of iets gelijkaardigs. In samenwerking met vrijwilligers, lokale verenigingen, ondernemers en (al dan niet professionele) artiesten, ijvert 'Blauwhaus' voor een dynamische re-activatie van de getijdenmolen met daarin vervat een 'laboratorium', atelier of broedplaats voor projectontwikkeling, voor het verbinden van verhalen, en het ondersteunen van bont gekleurde initiatieven. Door het inrichten en uitrollen van een 'wonderzoekscentrum met kunstenaarsresidentie', naar het model van het eerste 'Blauwhaus' (Waasmunster, 2018), tracht Wim opnieuw een mentale staat van 'artistieke flow' te bereiken en 'het atelier of centrum' als autonome entiteit en artistieke hub met bovenlokale uitstraling, als verbindende schakel in het radarwerk van de 'mallemolen', duurzaam te verankeren in de getijdenmolen en regio.
Jonge en oudere kunstenaars, makers, herstellers, performers, schrijvers, denkers, bakkers, wonderzoekers, tentoonstellingsmakers, verzamelaars, heemkundigen, erfgoedwerkers, yogi’s, foodies, besties, vormgevers, (culturele) verenigingen, gemeenschapsgezinde projectontwikkelaars, handelaars en ondernemers, filosofen, curieuzeneuzen, mysterieuzeneuzen, sympathieke wijsneuzen en vrijwilligers uit de streek (Kruibeke, Beveren, Temse, Bornem, St-Niklaas, Antwerpen,…) die interesse hebben in het project, die ergens op broeden, of die zich willen engageren om de unieke getijdenmolen in Rupelmonde als ‘wonderzoekscentrum voor arts and crafts’ nieuw leven in te blazen, kunnen zich aanmelden. Zij zullen begin december uitgenodigd worden voor een collectief en informeel kennismakingsmoment in de molen.
Daarna zien we wel hoe de sterren staan, welk water er door de molen vliedt, of we samen het verschil kunnen maken, en of we iets voor elkaar kunnen betekenen. Er is veel mogelijk (over korte én langere termijn) als we die ‘mallemolen’ met meerdere schouders en gedeeld enthousiasme kunnen schragen. Dit pilootproject kadert in een participatief herbestemmingsproject en opdracht van Toerisme Vlaanderen in aanloop naar een ‘Mercatorjaar’ in 2025.
Stuur een bericht naar uw ‘artistiek conciërge en conservator' of e-mail naar wim@blauwhaus.be om op onze radar te verschijnen!
👉👉👉Delen mag.

Wonderzoek (Oude Torens)

Dit jaar werden de blauwe pijlen (naast het kubb spell) gericht op twee bijzondere locaties met oude torens die ik de komende jaren op vindingrijke wijze met Air-Crafts (en zwaluwen) aan elkaar wil knopen: een voormalig vissersdorp aan de Schelde in ‘t Land van Rrraap en Dwaesss en een pittoresk eiland in de wolken (p. 20, 28) aan de Lot in Frankrijk.

Samen met Isabel Bouttens voer ik (artistiek) wonderzoek* of 'Deep Research' naar het potentieel van de Mercatorsite in Rupelmonde (met de getijdenmolen, graventoren en het Mercatoreiland als inzet van een herbestemming i.s.m. Toerisme Vlaanderen). En wie Rupelmonde zegt, zegt Gerardus Mercator: de befaamde zestiende-eeuwse cartograaf, instrumentmaker en graveur of wiskunstige* die zichzelf beschouwde als kosmograaf, en die een 'verzameling kaarten' een atlas noemde.

Daarnaast tracht ik als artist-in-residence van het kunstenaarsinitiatief radicale1924 aanknopingspunten te vinden met het surrealisme zoals dat werd beleefd door André Breton in zijn buitenverblijf in het Franse dorpje Saint-Cirq-Lapopie. In het Maison André Breton (MAB) werd op 21 mei het 'Centre International du Surrealisme & des Citoyens du Monde' ingehuldigd met een tentoonstelling over de liefdesrelatie tussen het surrealisme en alchemie ('à Flanc d' Abîme', NL: 'Aan de Rand van de Afgrond'). Het zal wellicht niet verbazen dat een van de centrale personages in dit nieuw avontuur van gedaante kan veranderen en de vier elementen (lucht, vuur, water en aarde) beheerst: onze belezen molenaarsdochter Leonora de l'Hirondelle.

Blauwe Wolk suggereerde inmiddels ook een verzustering of 'alchemisch huwelijk' van beide dorpen door een gestileerde contour van de puntige torens uit het heraldisch wapen van Rrumpelmonde (blauw kasteel en zwaard op geel schild vervat in een blauw schild: linksboven en onder) te mixen of 'versmelten' met een toren uit het wapenschild van Saint-Cirq-Lafolie (met geel kasteel op blauwe achtergrond: rechtsonder). Het vooruitlopig* resultaat van deze eerste versmeltingen mag beschouwd worden als nieuw amalgaam of edel brouwsel*.

 

Verschenen in Blauwblad No. 09/X: 't (Blauwhaus) Kubb Spell, juni 2023 (p.14-15)


aap-noot-mies

Blauwe Wolk viste deze zomer naar #SprekendeOudeDozen door 'oude dozen' als zoekterm in te geven op 2dehands.be. Eén doos uit de aangroeiende verzameling toont vier afbeeldingen met bijhorende woordenschat: vuur, aap, noot en teun. Op het deksel: Senator Sigarenfabrieken - Valkenswaard Holland. In Museum De Grutterswinkel te Leeuwarden (Friesland, Vederland) kochten we ook twee repen melkchocolade met op de wikkel 'aap - noot - mies' en gelijkaardige illustraties bij de woorden wei-de, does, hok, duif en scha-pen.

Wikipedia-wonderzoek wees naar het Leesplankje van Hoogeveen, een fonetisch geïnspireerd hulpmiddel bij het leren lezen dat omstreeks 1897 werd bedacht door 'de hoofdonderwijzer M.B. Hoogeveen uit Stiens' (1863-1941). Een jaar later kwam een tweede versie uit, en nog een paar jaar later kocht uitgeverij J.B. Wolters de rechten om bij een nieuw, 'verbeterd leesplankje' een nieuwe serie leesboekjes te laten schrijven. Jan Ligthart 'bedacht de verhaaltjes' en Hindericus Scheepstra 'schreef de boekjes' die door Cornelis Jetses werden voorzien van 17 afbeeldingen.

Blauwhaus zag in Hoogeveen's leesplankje een project en heeft het ontwerp, dat sinds het begin van de twintigste eeuw niet meer werd herzien, een eigen draai gegeven. Wij bedachten een nieuwerwetse variant met eigen illustraties en stempels en guitige vervangwoorden met vergelijkbare klankpatronen of knipogen naar flankerende teksten uit het 'Happy Endings'-nummer (No. 08).

Ontdek en lees meer over onze knipogen en manipulaties in Blauwblad No. 08 (2022), verkrijgbaar in de bundel van jaargang 2022.


De Versste Kerskaart*

De broodschrijver spreekt bitterzoet:

De veeren sieren den vrijvogel, maar
beter een stuk brood in den zak,
dan een veer op den hoogen hoed!
Want waar geen brood is, is ’t kwaad hoven;
en zonder water maalt de molen niet.

‘k Weet Suskewiet, dat goud het hart verlicht
maar die op goud staart, verblindt zijn gezicht:
schoone appels zijn ook zuur en wrang,
en lek-ker is maar een indexvinger lang.
Vreest niet, ‘t komt snor, ‘t zal wel lukken,
ouwgoudhanen zijn moeilijk te plukken
maar hoe krommer hout, hoe beter kruk.

Uit kersbomen* schudt men geen koeien
en tegen de stroom is ’t moeilijk roeien
op de weverszee en haar grillige baren
maar die geen blauw schuitje heeft,
moet in zijn toverhoedje varen.

Naar rijpe kersen klimt men hoog,
maar als apen hooge klimmen willen
ziet men vaak hun naakte billen.
Dus: ‘beter een raap dan een aap’,
knipoogde de vos naar ‘t warm schaap.

Knoop dat maar in uw kwezelsooren,
de dwaas laat zich aan ’t spreken hooren!
Een anders boeken zijn duister te lezen,
maar wat de vossen niet zeggen,
kunnen de ezels niet weten!

Gebraden duiven vliegen niemand in de mond
en alle grond is geen ankergrond, maar
ge moet visschen als ‘t water blond is,
en laten vloeien wat niet ongezond is,
want het water holt den harden steen
en dat maar met een drup alleen.

Dus meet driemaal eer gij ééns snijdt;
krab vier keer voor g’uw vogels bevrijdt;
want wie een hoofd van boter heeft,
moet geen broodschrijver worden!

Zet vaart!

Laat Wodan in je zeilen razen en kijven;
en ‘t blinkend strooizout als timmergoud
op ‘t ondermaanse boven komen drijven!
Alle winden schudden geen nooten af,
maar die niet zaait, nooit wind!

Het water loopt altijd naar de zee;
wereldsch goed is ebbe en vloed...

*Barstensvol spreekwoorden uit de 'Nederlandsche Taalschat: Spreekwoorden' (Turnhout, 1946: Brepols)
Meer weten? Zie de spreekwoorden en hun verklaringen in onze bijlage bij het drukwerk, waar we onze duiven verkopen. Kan je onze verze vruchten nog niet uit de brievenbus plukken? Laat het ons weten, stuur je adres door en ontvang misschien een #Proefstuk in je bus.


De Sgreeuw van Suskewiet

Alle serieuzeneuzen* wezen in dezelfde richting want wie kent nu niet, 't Slaaplied van ons' spitsneuzige* Suskewiet (> Lb. 02: 14)? Wie las 't recht voor de aap* Sgreeuwlied hieronder nog niet? Tjeempie! Want wie gaapt straks naar de broodschrijverspijp, dicht de mond vol bananenspijs of Streuvelsbrood, en fluit schuinig* mee 't vogelvrijgefloten (Blauwhaus) Weverslied?

Want ziet,
floot Suskewiet (de blinde vink)
die zichzelf in 't werkstuk
(ooitrood en timmergoud)
slechts half weerspiegeld ziet.

...om mijn kunste kromt geen limiet!

Ik sgreeuw* niet, ik wondereis*;
'k ben de aap, dwars én eigenwijs;
'n kleurrijk figuur; 'n potige gijs;
allesb'halve ouwgrauwblommegrijs.

Groote narren hebben groote bellen;
'n vogelvrijfluiter is geen bandiet;
al schiet ik nooit d' hoofdvogel af:
een banaan maakt geen parkiet!

Mijn praatjes vulden de buik niet?
Mijn verze vruchten? Geacht onrijp?
Maar al weef ik nooit de grootste prijs,
ik dicht alle gaatjes met bananenspijs!


Vogelvrijfluiter

Omdat Vrijsluiter No. 01 heimelijk smeekte om een opvolger, voegden we als neven- of blijspel bij Blauwblad No. 08 opnieuw een Vrijsluiter toe. En al meteen moeten we onszelf op de typende vingers tikken! Eigenlijk kunnen we niet anders dan dit voorlopig orgelpunt van 't Blauwbladavontuur de Vogelvrijfluiter* noemen. Kiri Eylaes! U leest het goed: wij houden ons veel vergend self-publishing engagement en deze samenwerking aangaande onze parels voor erezwijnen en vrienden tot nader order voor gestreken*.  

Wil dit zeggen dat ook de hermythische* Blauwhausbeweeging der Aardsmodernisten de stekker uit 't energienet trekt en hun ploeg uit den dwaalgrond slameurt? Blijlange* niet! Het wil enkel zeggen dat we ruimte scheppen voor een andere benadering. Om te muteren tot iets anders, iets vers (lees ook p. 26).

We schreven ons als aartsmodern oteur zo vrij als een vogel maar floten niets uit* want 't zyn goe geeèst'n die weere keeèr'n en wellicht krijgt Blauwblad wel nog ne kwispelsteert naar aanleiding van een nieuw project of initiatief. Ik blijf immers (tegen 't beter te vergeten in), vertrouwen in onze eigenwijze wonderzoekspraktijk en 't recreatief potentieel van onze #AirCrafts. Deze Vogelvrijfluiter* kondigt de winter aan: een broodnodige herbronningsperiode als aanknoop* tot een nieuwe steert en een herbegin.

 

*gepubliceerd in de Vogelvrijfluiter bij Blauwblad no. 08, november 2022: p. 1, 28.


Vogelzang

Ik hoore 't, gij vogelkens,
luide genoeg
herhaalt en herhaalt gij
uw' spraken;
maar, hoe ik mijn beste doe,
spade ende vroeg,
'k en wete er geen zin van
te maken.

Verstaat gij malkanderen,
elk in zijn' taal?
Verstaat, gij die meest en
die merelt,
die lijstert, die leeuwerkt, die
muscht, altemaal
uw maagschap, tot tenden
de wereld?

-

Avonduurlijk* verstaan wij
't kloek Elkanders;
de ToverSpraak van ons'
Suskewiet;
de vrijvogelarij der
Vederlanders:
't nimmer uitgefloten
(Blauwhaus) Weverslied.

 

*verschenen in de Blauwblad Vogelvrijfluiter, november 2022: p. 7

*illustratie: afdruk van schoolstempel 'Vaderlandse Geschiedenis', Uitgeverij Steppe, Ninove (jaren '50)

Link naar het origineel van Guido Gezelle.


Elk vogelke zingt zo 't gebekt is...

Als gij daar wandelt door het woud,
en daar uw zinnen bezighoudt,
gij zult bevinden metterdaad
dat deze spreuke, zeker gaat:

"De vogels zingen in het veld
zoals hun bekken zijn gesteld."

Meestal, wie kromme bekken heeft
bevindt men die van 't roven leeft,
en mits het daar alleen op ziet
zo past die op het zingen niet.

Vindt gij een vogel plat gebekt,
weet dat hij naar het water trekt,
en mits hij in de modder wroet
zo is zijn stemme nimmer zoet.

Een lange bek die heeft de schijn
een harder fluit te mogen zijn,
maar daar komt echt niets anders uit
als ik en weet niet wat 'n geluid,

Ik zegge daarom voor het leste:
de kleine bekken zingen beste.

"Beziet den zoeten nachtegaal;
beziet de vogels al-te-maal:
hoe grooter bek, hoe kwader klang,
hoe kleinder dier, hoe zoeter zang.”

't Is anders met de mens gesteld
dan met de vogels van het veld;
de mensen hebben eenen mond,
maar dienen heeft geen enk'le grond:

Als spreekt er een uit zachte geest,
een ander brult gelijk een beest;
dus al wat onder ons geschiedt
dat komt toch van de monden niet;
de mond is maar een buiten-zit,
‘t is ‘t herte waar de roerder zit:
de mond die bidt, de mond die scheldt,
zoals het binnen is gesteld.

Dus gij die vuile dingen spreekt,
of vinnig met uw tonge steekt,
hou vast dat gij in uw gemoed
een vuil en grauwzaam* monster voedt.

    Het oor dat wijst de kwezel uit,
den olifant zijn lange fluit,
't water kent men aan de mond,
de mensen aan hun eigen grond.

 

*gepubliceerd in de Blauwblad Vogelvrijfluiter, november 2022: p.2-4
*De originele tekst (1632) met als laatste strofe: "Het oor dat wijst de ezel uit, de olifant zijn lange snuit, het water kent men aan de grond, de mensen aan hun eigen mond."


Auwblauwblommen

De korenbloem (Centaurea cyanus), ook wel ‘wilde korenbloem’ genoemd, is een eenjarige plant uit de composietenfamilie en staat op de Nederlandse Rode (planten-)lijst van 2000. In Vlaanderen heeft de soort de status ‘achteruitgaand’. Wij hadden al zo’n flauw vermoeden want volgens Wikipedia "dankt de korenbloem zijn naam aan de traditionele groeiplaats; op akkers tussen het graan. De trompetvormige straalbloemen met driehoekige slippen hebben een opvallende diepe kleur blauw, die aanleiding heeft gegeven tot de naam 'korenbloemenblauw'."

Stijn Streuvels noemde ze auwblauwblommen (Maanden, p. 367) en dat vonden wij weer een mooi verzinnebeeld woord. ‘Auwe’ zou naar (koren-)aar verwijzen: een (Christelijk) symbool voor de overwinning op de dood. Een happy ending met een nieuw begin?

Isabel Bouttens ontdekte de auwblauwblomme in de Woordenschat, scharrelde ze mee uit een pluktuin en bracht ze aardig opgevaasd* mee naar de (Blauwhaus) ‘Sole Mio’ picknick in de Lijsternesttuin op een goêmeidag... daarna lieten we ze drogen.

 

Maar Kiri Eylaes - na twee jaar slameuren
en dolfijntjes buiten de lijntjes kleuren;
verzinnebeelden met verstrooide woorden;
en 't cultiveren van schemerlustoorden:
die schuinse* praatjes vulden de buik niet?
Suskewiet! ’t Is toch te betreuren!

Want wat oogsten wij als halve dwazen;
wat visten wij al op tussen de mazen?
Tussen ’t kaf van ’t korenblommegrauw,
of in 't ooitrood van 't verzilverd blauw?

Vakantiewit, donkerrhout en molleklauw!
’t Lijkt wel 'n ouwgrauwblomme!
Onwaardig nogmaals op te vazen*
maar we kunnen daar - verdomme
wel nog nen bezemstreel aanhazen*!

*gepubliceerd in Blauwblad No. 08, november 2022: p. 6-7, 2-35 (omslag)

Voetnootje 38

Nummer [38] is net als Pi Plus - ons uniek, irrationeel geval - alweer een hoogst uitzonderlijk - (bijna) magisch - en speciaal getal. Het Voetnootje had wellicht zin in een buitenpretje* want het is op een  verdwenen in de marge tussen pagina's 34 en 35 van Lijsternestblad No. 01. Heeft het zich misschien als voorspel van de 'Sole Mio' Potluck Picknick ergens in de hoorspeltuin* van 't Lijsternest verstopt? Aangezien haar eigenaardende* raadselachtigheid pas hier - als (intentioneel?) Schoonheidsfoutje - aan 't zonlicht kwam, zou 'nummer 38' nog maar eens een 'missing link' kunnen zijn in onze queeste naar dé ultieme combinatie voor 't winnen van 't Grootste Lot (> Bb. 00: 28). Help jij ons zoeken? Wie wonderzoekt die wind*!

Eerder verschenen in Vrijsluiter No. 01, mei 2022: p. 20.