Vogelzang

Ik hoore ‘t, gij vogelkens,
luide genoeg
herhaalt en herhaalt gij
uw’ spraken;
maar, hoe ik mijn beste doe,
spade ende vroeg,
‘k en wete er geen zin van
te maken.

Verstaat gij malkanderen,
elk in zijn’ taal?
Verstaat, gij die meest en
die merelt,
die lijstert, die leeuwerkt, die
muscht, altemaal
uw maagschap, tot tenden
de wereld?

Avonduurlijk* verstaan wij
‘t kloek Elkanders;
de ToverSpraak van ons’
Suskewiet;
de vrijvogelarij der
Vederlanders:
‘t nimmer uitgefloten
(Blauwhaus) Weverslied.

 

*verschenen in de Blauwblad Vogelvrijfluiter, november 2022: p. 7

*illustratie: afdruk van schoolstempel ‘Vaderlandse Geschiedenis’, Uitgeverij Steppe, Ninove (jaren ’50)

Link naar het origineel van Guido Gezelle.


TAGS