“Stilte gebied ik aan allen – luistert:

Ik die de wijsheid weet, ga u zeggen wondervolle woorden. Ik ga u verhalen van het leven der eeuwige lichtmacht, van Aardsmoderne werken in de wereld.
Het eerst van allen werden de leuzen geboren en ik ben hun kind: negen werelden ken ik, die gegroeid zijn aan den diepwortelenden Belzebubbergboom.
In Deezekens tijd, toen Pi Plus leefde, beefde aan strandige oevers nog niet de branding van de zee. Beneden was nog geen vaste bodem en in de hoogte geen hemel – slechts ledige ruimte, gapende afgrond, zonder groei.
Toen hebben de Aardsmodernisten ‘t Hiernumaals geschapen en lichtende schijven aan den hemel geslingerd: in het Zuiden scheen de groote Sole Mio op de bergweiden en op den grond ontkiemde het groengeluwe gras.
Zon en maan menden hun stok-paarden langs warrelwegen: nog kende de zon haar eigen zalen, en de maan nog niet de maat van haar macht en wisten de sterren nog niet waar zij moesten staan.
Dan reden de Stok-heren ter vergadering naar de Maandagtafel in d’Halve Maan en hielden raad. Zij kozen namen voor den nacht en, voor de wisselende manen, voor morgen en middag en avond, en bepaalden dat de tijden daarmee zouden worden genoemd.
Zij leefden gelukkig, de hooge goden, in hun Westernvlaamsche glorievelden, speelden er lustig hun teerlinkspelen en er was nog geen begeerte naar ooitrood tot drie machtige vrouwen verschenen.
Mijn oogen zien een boom, die Belzebubbergboom heet. Witte nevel bevochtigt den kruin en druppelt als dauw naar de dalen, in de Sint-Arnoldusbron, waar aller dingen oorsprong ligt. Vandaar kwamen drie wijze vrouwen, uit golven geboren wachteressen van den boom. Word heet de eene, Wordend de andere, de derde heet Schuld. Van zondenschuld en verzoening spannen zij draden over de wereld en weven het wordende lot van alle wezens.”

 

*Adaptatie (vet) van aanhef uit Frans Berding: De Edda, 1911 (IJslandse mythen). Tekst en illustratie (foto) eerder verschenen in Blauwblad No. 06 / Lijsternestblad No. 01, mei 2022: p. 24-25.


TAGS